Raadsforum

Mevrouw Nijland (beleidsmedewerker Cultuur / LHBTQI), de heer Van den Berg (manager St. Sport en Welzijn), mevrouw Tiekstra (St. Woej) en de heer Sandvliet (directeur St. voor Inclusie en Discriminatiebestrijding) gaven een presentatie over het uitvoeringsplan ruimte voor verschillen (lhbtqi+-beleid). Daarbij werd ook ingegaan op de totstandkoming van het plan, middels een subsidietafel.

Mevrouw De Groot, de heer Veenstra en de heer Van den Berg geven een presentatie over de risico’s van het gebruik van rubbergranulaat op kunstgrasvelden. Mevrouw De Groot biedt na afloop van haar presentatie de petitie Veilig en milieuvriendelijk infillmateriaal op de kunstgrasvelden bij v.v. Wilhelmus aan de voorzitter aan. De petitie is door 314 mensen ondertekend.

De heer Rozenberg (GBLV) heeft een aantal opmerkingen m.b.t. de besluitenlijst: - de fractie GBLV heeft een verkeerde versie van de motie bewegwijzering en bebording ingediend. Dit is na de vergadering gecorrigeerd. In de besluitenlijst staat nog de verkeerde tekst in het rood. Hij vraag om de tekst aan te passen (alvorens de besluitenlijst wordt vastgesteld); - wethouder Bouw heeft aangegeven dat ze informatie wel naar de griffie heeft gestuurd m.b.t. het Damcentrum. De raad heeft deze informatie niet ontvangen. Hij vraagt om dit in de besluitenlijst op te nemen; - de fractie GBLV vraagt de griffier om nog deze week informatie te sturen over hoe de informatiestroom tussen college griffie en raad is verlopen t.a.v. de informatie waarop wethouder Bouw doelde; - in de besluitenlijst is ook niet opgenomen dat de fractie GBLV wederom heeft verzocht om de aanpak van het externe bureau i.h.k.v. het taboeloze onderzoek in een toegezegde raadsbrief openbaar te maken. Ook dat ziet de fractie graag in de besluitenlijst opgenomen; - wethouder Bouw kon zich van dit alles niets herinneren. De fractie GBLV is echter bekend dat de voorzitter (als voorzitter van de raad dan wel als voorzitter van het college) hierover wel degelijk met wethouder Bouw contact heeft gehad. Om die reden vraagt de fractie de voorzitter om een feitenrelaas op te stellen over de contacten tussen de voorzitter met leden van de raad, medewerkers van de griffie, ambtenaren, het college, en in het bijzondere met wethouder Bouw, die hebben plaatsgevonden en deze informatie voor volgende week donderdag toe te sturen naar de raad.

Het amendement van GBLV inzake parkeerbalans (kennisnemen van de parkeerbalans) wordt verworpen met 17 stemmen voor (GBLV, GroenLinks en D66) en 18 stemmen tegen (VVD, CDA, PvdA en CU-SGP). In het amendement wordt voorgesteld om het besluit aan te passen als volgt: de tekst na het eerste gedachtestreepje komt te vervallen en wordt vervangen door: ‘- kennis te nemen van de Parkeerbalans 2018.’

Het amendement van GBLV inzake parkeergarage Leytsche Hof wordt verworpen met 17 stemmen voor (GBLV, GroenLinks en D66) en 18 stemmen tegen (VVD, CDA, PvdA en CU-SGP). In het amendement wordt voorgesteld om het besluit aan te passen als volgt: de tekst na het tweede gedachtestreepje ”de Keuze voor geen extra openbare parkeergarage Leytsche Hof vast stellen” te vervangen door: ‘kennis te nemen van de terugkoppeling van de gesprekken tussen het college en de projectontwikkelaar over de realisatie van een extra openbare parkeergarage Leytsche Hof en het college op te dragen uitvoering te geven aan het eerdere amendement en motie over de Leytsche Hof en door te onderhandelen met de projectontwikkelaar over een reële en geobjectiveerde prijs.’

Het raadsvoorstel wordt aangenomen met 18 stemmen voor (VVD, CDA, PvdA en CU-SGP) en 17 stemmen tegen (GBLV, D66 en GroenLinks).
De heer Eleveld (VVD) geeft in een stemverklaring aan dat de fractie zal instemmen met de parkeerbalans en dat men vertrouwen heeft in de wethouder dat er maatregelen gaan komen voor extra parkeerplaatsen. Wel zal men de toekomstige bouwplannen kritisch blijven volgen.
De heer Van Maldegem (D66) geeft in een stemverklaring aan dat de fractie het voorstel niet zal steunen en dat het onverstandig is om deze parkeerbalans te gebruiken als beleidskader omdat er onvoldoende draagvlak is van betrokkenen. Het college heeft ook onvoldoende inhoudelijk gereageerd op de geuite kritiek. De fractie wil de bouw van een parkeergarage ook niet op voorhand al accorderen zonder dat de diverse opties zijn uitonderhandeld.
De heer Rozenberg (GBLV) geeft in een stemverklaring aan dat de fractie tegen het voorstel zal stemmen omdat de parkeerbalans niet voldoet aan de eisen en het college niet adequaat heeft gereageerd op de opmerkingen die hierover zijn gemaakt door de bewoners.

De motie van GBLV en GroenLinks inzake raadsenquête Damcentrum wordt verworpen met 17 stemmen voor (GBLV, GroenLinks en D66) en 18 stemmen tegen (VVD, CDA, PvdA en CU-SGP). In de motie wordt door de raad besloten: ‘1. Conform de Verordening op de raadsonderzoekscommissie een voorbereidingscommissie in te stellen ten behoeve van een raadsonderzoek naar het verloop van het hele proces van het Damcentrumproject (besluitvormingsmomenten in college en raad, scopewijzigingen, inspraakmogelijkheden e.d.); 2. Met het raadsonderzoek tevens te toetsen of het stedelijk programma Damcentrum, de totstandkoming van de plannen voor woningbouw en het bestemmingsplan passen binnen de door de raad vastgestelde (financiële) kaders; 3. In het onderzoek expliciet het het parkeren, de verschillende parkeerbalansen en het parkeerbeleid Damcentrum mee te nemen; 4. In het onderzoek ook expliciet mee te nemen de voor- en nadelen van de gekozen publiek-private samenwerking (aanbestedingen, contractvorming, rollen gemeente).’

De gewijzigde motie van CDA e.a. inzake extra parkeergarage wordt aangenomen met 18 stemmen voor (VVD, CDA, PvdA en CU-SGP) en 17 stemmen tegen (GBLV, D66 en GroenLinks). In de motie wordt het college opgeroepen om: ‘1. voort te gaan met het uitwerken en invoeren van oplossingen die op korte termijn realiseerbaar zijn, en verdere (parkeer)maatregelen uit te werken, inclusief effecten voor de leefbaarheid in het Damcentrum, en zo goed als mogelijk inwoners en bedrijven hierbij te betrekken door middel van het ingezette participatietraject; 2. als onderdeel hiervan in te gaan op de aanbieding van SJB voor een extra openbare parkeergarage - niet op het Leytsche Hof, maar op Rijnlandstraat-Noord; aldus onderhandelingen te starten over de kosten en tijdspanne voor het bouwen van 42 extra ondergrondse plekken; 3. de kosten en dekking van de verschillende maatregelen voor te leggen aan de Raad zowel voor investering, onderhoud en handhaving, zodat hij niet later dan het zomerreces van 2019 hierover tot besluitvorming over te gaan.’
De heer Duijn (CDA) geeft in een toelichting aan dat de motie in essentie hetzelfde is gebleven. De heer Rozenberg (GBLV) geeft in een toelichting aan dat de motie zodanig is gewijzigd dat hij voorstelt om de motie eerst te bespreken. De voorzitter merkt op dat dit ordevoorstel al is behandeld bij de vaststelling van de agenda en dat de raad heeft besloten het agendapunt (en de motie) in stemming te brengen.

De motie van GBLV inzake parkeerdruk Damcentrum 1 (eerste parkeerlaag blauwe zone) wordt verworpen met 17 stemmen voor (GBLV, GroenLinks en D66) en 18 stemmen tegen (VVD, CDA, PvdA en CU-SGP). In de motie wordt het college opgeroepen om: ‘Zo spoedig als mogelijk de eerste parkeerlaag van de parkeergarage als blauwe zone in te richten.’

De motie van GBLV inzake parkeerdruk Damcentrum 2 (tweede parkeerlaag ontheffing) wordt verworpen met 13 stemmen voor (GBLV en D66) en 22 stemmen tegen (VVD, CDA, PvdA, CU-SGP en GroenLinks). In de motie wordt het college opgeroepen om: ‘Zo spoedig als mogelijk de tweede parkeerlaag van de parkeergarage alleen voor bewoners met ontheffing in te richten.’

De motie van GBLV inzake Damcentrum 3 (extra parkeerplaatsen Damstraat, Molenpad, Zaagmolenstraat) wordt aangenomen met 28 stemmen voor (VVD, GBLV, D66, CDA en CU-SGP) en 7 stemmen tegen (GroenLinks en PvdA). In de motie wordt het college opgeroepen om: ‘Zo spoedig als mogelijk extra (tijdelijke) parkeerplaatsen te creëren aan de Damstraat, Molenpad en Zaagmolenstraat met bijvoorbeeld visgraatparkeren (schuin).’
De heer Eleveld (VVD) geeft in een stemverklaring aan dat de fractie voor de motie stemt en de motie ziet als een extra steun in de rug van het beleid dat door de wethouder reeds wordt uitgevoerd.

De gewijzigde motie van GBLV inzake parkeerbalans - bewegwijzering en bebording wordt unaniem aangenomen. In de motie wordt het college opgeroepen om: ‘- door duidelijke bewegwijzering en bebording aan te geven dat Leidschendam-Centrum geen doorgaande verkeersroute is; - door duidelijke bewegwijzering en bebording aan te geven dat Leidschendam-Centrum een winkel- en horecagebied is.’
De voorzitter nodigt voorafgaand aan de stemming wethouder Bouw uit voor een korte reactie op de gewijzigde motie. De heer Rozenberg (GBLV) wijst op het Reglement van Orde en dat wethouder Bouw niet het woord kan voeren. De voorzitter wijst erop de raad bij de vaststelling van de agenda heeft ingestemd met de behandelwijze en hij wethouder Bouw het woord wil geven. De heer Van Dolen (D66) wijst erop dat als de wethouder de gelegenheid krijgt om te reageren ook de fracties de gelegenheid moeten krijgen om vervolgens aanvullende vragen te stellen aan de wethouder. De voorzitter verwijst naar de besluitvorming die heeft plaatsgevonden bij de vaststelling van de agenda (dat is ook in lijn met de behandelwijze zoals deze in voorgaande raadsforumavonden heeft plaatsgevonden). Wethouder Bouw geeft in een reactie aan dat het college gehoor wil geven aan de oproep die wordt gedaan. Het college is bezig met digitale informatiepanelen maar zal zeker ook kijken naar de bewegwijzering en bebording voordat de digitale informatiepanelen worden ingevoerd.

De motie van GBLV inzake parkeerbalans – Damlaan wordt verworpen met 17 stemmen voor (GBLV, D66 en GroenLinks) en 18 stemmen tegen (VVD, CDA, PvdA en CU-SGP). In de motie wordt het college opgeroepen om: - de functie van Damlaan als doorgaande route tussen de Oude Trambaan en de Sluisbrug te wijzigen; - de Damlaan (vanaf de Oude Trambaan) en de Damstraat tot de sluis in te richten als promenade; - in de Damlaan extra parkeergelegenheid voor bezoekers en bewoners te realiseren (visgraatparkeren of haaksparkeren).’

De motie van GBLV inzake parkeerbalans – Rijnlandstraat wordt verworpen met 13 stemmen voor (GBLV en D66) en 22 stemmen tegen (VVD, CDA, PvdA, CU-SGP en GroenLinks). In de motie wordt het college opgeroepen om: ‘- de Rijnlandstraat in te richten als de toegangsweg van en naar het Damcentrum, inclusief een herinrichting van de kruispunten Bachlaan/Julianaweg en kruispunt Rijnlandstraat/Oude Trambaan, eventueel met rotondes, zodat verkeer van en naar de Bachlaan rechtdoor kan rijden; - de inrichting van de Rijnlandstraat zodanig te wijzigen dat er meer parkeerplaatsen worden gerealiseerd en de snelheid wordt beperkt.’

De motie van GBLV inzake parkeerbalans – Tijdelijk parkeren parkeerterrein Leytsche Hof wordt verworpen met 13 stemmen voor (GBLV en D66) en 22 stemmen tegen (VVD, CDA, PvdA, CU-SGP en GroenLinks). In de motie wordt het college opgeroepen om: ‘- in overleg te treden met de projectontwikkelaar Leytsche Hof om te bezien of daar tot aanvang bouw een tijdelijk parkeerterrein kan worden aangelegd; - na te gaan of dit tijdelijke parkeerterrein in het bijzonder kan worden gereserveerd voor medewerkers van bedrijven, winkels en de gemeente.’
De heer Van Wijk (GBLV) geeft in een stemverklaring aan dat de wethouder schriftelijk heeft geantwoord dat de motie niet kan worden uitgevoerd omdat de gracht van Corbulo onder de genoemde plek is gevonden (althans archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden in 2016). De fractie is van mening dat de motie wel uitgevoerd kan worden omdat er wel gebouwd kan worden in de toekomst en er nu dus ook een tijdelijke parkeerplaats gebouwd kan worden.

De nieuwe motie van GBLV e.a. inzake informatievoorziening taboeloos onderzoek wordt verworpen met 17 stemmen voor (GBLV, D66 en GroenLinks) en 18 stemmen tegen (VVD, CDA, PvdA en CU-SGP). In de motie wordt het college opgedragen: ‘· de raad actief te informeren over de processtappen, de (tussentijdse) uitkomsten en verslagen van het taboeloze onderzoek; · de verslagen van de bijeenkomsten van de meedenkgroep Ondernemers in het kader van het taboeloze onderzoek openbaar te maken.’
De heer Rozenberg (GBLV) geeft voorafgaand aan de stemming in een toelichting aan dat de informatieverstrekking door het college over het taboeloze onderzoek niet optimaal is en dat met de motie een poging wordt gedaan om de informatieverstrekking aan de raad te verbeteren. Wethouder Bouw geeft in een reactie aan dat het college bereidt is de eerste opdracht in de motie uit te voeren. M.b.t. de tweede opdracht merkt ze op dat er geen aparte meedenkgroep ondernemers is en dat de ondernemers meedraaien in de gewone meedenksessies.

Wethouder Bouw zegt toe:

• de verslagen (van de meedenkgroepen) toe te sturen.
  De heer Van Maldegem (D66) geeft in een stemverklaring aan voor de motie te zullen stemmen en verbaast zich over de reactie van de wethouder dat er geen ondernemersgroepen zouden zijn;
  De heer Rozenberg (GBLV) geeft in een stemverklaring aan dat er wel degelijk een ondernemers meedenkgroep is.

De heer Rozenberg (GBLV) vraagt voorafgaand aan de stemming om een hoofdelijke stemming.

De heer Van Maldegem (D66) geeft in een stemverklaring aan dat de fractie tegen het voorstel zal stemmen omdat er zoveel nieuwe informatie is en dat de fractie hierover eerst een debat wil. Men is niet op voorhand tegen het voorstel maar gezien het verloop van de procedure die nu wordt gevolgd stemt men tegen.
De heer Kist (GroenLinks) geeft in een stemverklaring aan dat de fractie voor het voorstel zal stemmen alhoewel de fractie graag uitvoeriger over het raadsvoorstel had willen debatteren. Het belang van het water in regionaal verband vindt men zo belangrijk dat men zal voorstemmen.
De heer Van Veller (VVD) geeft in een stemverklaring aan dat de fractie voor het voorstel zal stemmen omdat zijn twijfels m.b.t. het financiële aspect en het gebruik van het afwegingskader verbonden partijen zijn weggenomen door de nadere informatie die is gestuurd door het college.

De heer Hartsinck (GBLV) geeft in een stemverklaring aan dat de fractie tegen het voorstel is omdat men het ziet als het uitschrijven van een blanco check. Daarnaast wijst hij erop dat het in andere gemeenten goedkoper blijkt te kunnen, dat de gemeente in een periode van bezuinigen zit en dat er onzekerheid is als het gaat om de huisvesting van de raadzaal. Daarnaast hekelt hij ook het gebrek aan debat m.b.t. dit raadsvoorstel. De fractie zal daarom ook niet meedoen aan de stemming over dit raadsvoorstel.
De heer Van Maldegem (D66) geeft in een stemverklaring aan dat de fractie voor het voorstel zal stemmen omdat de fractie de noodzaak ziet van een goede AV-installatie te. Hij hekelt echter het gebrek aan debat m.b.t. dit raadsvoorstel.

De heer Van Maldegem (D66) geeft in een stemverklaring aan dat hij dezelfde mening is toegedaan bij dit agendapunt als bij het vorige agendapunt ‘idem’.
De heer Hartsinck (GBLV) geeft in een stemverklaring aan dat hij dezelfde mening is toegedaan bij dit agendapunt als bij het vorige agendapunt ‘idem’.

De vergadering wordt geschorst van 22:10 tot 22:15 uur.

Het woord wordt gevoerd door mevrouw Aris-Van Neuren (VVD), de heer Van Maldegem (D66), de heer Rozenberg (GBLV), de heer Klazenga (GBLV), de heer Strous (CDA), de heer Van Rossum (GroenLinks), de heer Van Hoogdalem (PvdA), de heer Verschoor (CU-SGP) en wethouder Rouwendal.

De heer Klazenga (GBLV) dient een amendement in m.b.t. de algemene subsidieverordening. In het amendement wordt voorgesteld het besluit aan te passen als volgt: de tekst ‘Vast te stellen de: Algemene subsidieverordening Leidschendam-Voorburg 2019.’ wordt vervangen door: ‘- als gemeente een gedegen participatietraject in te gaan op basis van gelijkwaardigheid met alle betrokken partners om na te gaan waar behoefte aan is bij de gemeente en de betrokken partners; - vanuit dat participatietraject te komen met een breed gedragen voorstel voor een nieuwe subsidieregeling; - de invoering van een nieuwe subsidieregeling minimaal één jaar uit te stellen.’

In reactie op vragen en opmerkingen antwoordt wethouder Rouwendal dat de raad invulling geeft aan zijn kaderstellende rol door het vaststellen van de doelstellingen. De raad krijgt ook voorgelegd of men de doelstelling wil invullen middels het subsidie-instrument en de raad bepaalt de hoogte van het bedrag dat dan wordt ingezet. Hoe de subsidie dan wordt ingezet wordt uiteraard inzichtelijk gemaakt voor de raad, zoals dat nu ook al inzichtelijk is. Hij wijst erop dat de afgelopen periode drie bijeenkomsten hebben plaatsgevonden waarvan de laatste bijeenkomst de media heeft gehaald. De eerste twee bijeenkomsten zijn veel positiever verlopen. De keuze om te gaan werken met ‘subsidietafels’ is ook samen met de subsidiepartners gemaakt. Hij wijst erop dat de gemeente steeds met twee mensen deelneemt aan de subsidietafel (een van deze mensen treedt op als voorzitter) en daarbij de belangen van kleinere partners in de gaten kan houden. Hij gaat er ook vanuit dat de grote partijen wel degelijk willen samenwerken met de kleine partijen. Dat gebeurd nu ook al. Hij gaat er vanuit dat aan de tafel ook afspraken kunnen worden gemaakt wie wat doet als het bijvoorbeeld gaat om het uitschrijven van een uitvoeringsplan (grote partijen kunnen daarbij de kleine partijen ontzien (door die taak op zich te nemen). De gemeente zal steeds bewaken of de subsidie wordt gegeven aan die partner die het best een bijdrage levert aan de doelen van de gemeente. Dat kan ertoe leiden dat een bestaande subsidiepartner minder subsidie krijgt en juist een nieuwe partner subsidie krijgt. Hij beklemtoont dat alle bestaande subsidiepartners zijn geïnformeerd. Hij geeft aan dat de exploitatiesubsidies zijn geoormerkt en dat daar dus niet over kan worden onderhandeld aan de subsidietafel. Hij geeft aan dat het idee voor een nieuw subsidiemodel niet is ingegeven vanuit een bezuinigingsidee . Er komt natuurlijk nog wel een kadernota aan waarin ook keuzes moeten worden gemaakt m.b.t. de bezuinigingsvoorstellen. Hij legt uit waarom Vlietnieuws niet aanwezig mocht zijn bij de laatste bijeenkomst. In principe waren alleen de subsidiepartners aanwezig. Midvliet en LV-TV zijn subsidiepartners en waren uit dien hoofde aanwezig en hebben daarvan gebruik gemaakt door de bijeenkomst te verslaan. De afstemming hierover is niet goed gegaan en hij geeft aan dat hij dit richting Vlietnieuws wil goed maken (eventueel door een interview aan te bieden. H ij beklemtoont dat de besluitvorming over dit raadsvoorstel in mei 2019 moet worden afgerond omdat de uitvoering anders stagneert.

Wethouder Rouwendal zegt toe:

• de vraag van de heer van Maldegem (D66) m.b.t. de webgelden schriftelijk te beantwoorden;
• de vraag van de heer Van Maldegem (D66) m.b.t. het mediabeleid van de gemeente schriftelijk te beantwoorden;
• open te staan voor een tussentijds overleg met raadsleden om te kijken naar mogelijke aanpassingen van het voorliggen raadsvoorstel (mits de besluitvorming in mei 2019 kan worden gehaald).